Ciao Peru! - Reisverslag uit Los Organos, Peru van Bert Schelde - WaarBenJij.nu Ciao Peru! - Reisverslag uit Los Organos, Peru van Bert Schelde - WaarBenJij.nu

Ciao Peru!

Door: Bert

Blijf op de hoogte en volg Bert

19 Februari 2015 | Peru, Los Organos

Als morgen alles goed gaat is dit mijn laatste dag in Peru en dus mijn laatste verslag vanuit dit land wat mijn hart gestolen heeft. Ik ben hier in totaal ruim 80(!!!) dagen geweest en heb hier zo'n 3000 km gefietst. De laatste dagen heb ik, in Los Organos, weinig gedaan maar wel enorm genoten. Naar het strand, lekker eten, muziekje luisteren, en vooral gerust. Lekker eten is in Peru geen probleem; vooral aan de kust kun je heerlijke vis en schaaldieren eten en veel streken hebben zo hun eigen specialiteiten. Het eten is niet alleen lekker maar het is meestal ook heel veel. Regelmatig, wanneer ik weer een enorm bord krijg voorgeschoteld, vraag ik me af hoe ik dat allemaal weer op moet krijgen, en dat geldt eigenlijk voor alle maaltijden. Het is eigenlijk altijd te veel voor me maar ik eet het wel op want ik heb het onderweg nodig. De Peruanen hebben er minder moeite mee, en dat is ze aan te zien. Er zijn hier enorm veel dikke mensen, vaak ook (kleine)kinderen. De week voordat ik hier aankwam heb ik flink wat kilometers afgelegd, ong 700 in vijf dagen. Het waren soms zware maar altijd weer hele mooie dagen. Ik had ervoor gekozen om om de grootste woestijn, desierto de sechura, van het land heen te fietsen. Ik had hier ook dwars doorheen kunnen rijden maar dat is een weg van ruim 200 km met, zoals me was verteld, slechts een restaurant/winkeltje. Dat leek me dus geen goed idee. De route die ik heb gekozen was prachtig; afwisselend landschap, veel leuke dorpjes en steden en weer hele leuke ontmoetingen. Zo reed ik door plantages met druiven, bananen, limoenen, mango's etc. en veel palmbomen. Andere stukken deden me soms denken aan een soort maanlandschap en even leek het zelfs op de Zeeuwse duinen, behalve die palmen dan. Ook was het nu veel rustiger op de weg omdat ik van de hoofdweg af was. Ik had af en toe nog meer dan voorheen het gevoel alsof ik een bezienswaardigheid was. Zo zat ik in een heel klein dorpje een kopje koffie te drinken terwijl een kleine dabber, een plaatje, me met hele grote ogen aandachtig zat te bestuderen. Wanneer ik wat aan haar vroeg kon er met heel veel moeite een lachje af, meer niet. Maar na een paar minuten had ze blijkbaar alle moed bijeen geraapt en kwam ze naast me zitten en begon ze te praten. Wat bleek, ze maakte zich zorgen. Het gesprek, in mijn Spaans waardoor haar zorgen alleen nog maar toenamen, ging ongeveer zo: Hoe heet je?-Bert en jij?-Nana,.....waarom heb je die wonden op je knie en arm?-Ik ben gevallen met de fiets.-O, en hoe kan het dat je wel haren op je armen en benen hebt en niet op je hoofd?-O, dat zie je wel vaker bij mensen in het land waar ik vandaan kom, is normaal. En hoe oud ben jij, Nana?-Ze denkt even na, steekt vier vingers op en zegt: Vijf! maar heb je veel pijn?-Nee hoor, mijn been en arm doen geen pijn meer. Nou, toen ik dat tegen haar zij was ze helemaal gerust gesteld en toverde ze de meest stralende lach tevoorschijn die je je maar voor kunt stellen. De volgende ochtend zat ik, voordat ik vertrok, op een terras te ontbijten. Iedereen wilde van alles van me weten en een groot aantal wilde met me op de foto. Toen ik nog wat bananen voor onderweg wilde kopen werd meteen een aantal mensen ingeschakeld om deze voor me te halen. Zo vrolijk deze dag begon, zo klote eindigde ze. Je weet dat het gaat gebeuren, hoopt vurig dat het je bespaart blijft maar je komt een keer op een plek waar je helemaal niet wil zijn. In mijn geval was dat San Jacinto. Het was al wat later op de middag en doorrijden naar het volgende dorp, 60 km ver, was geen optie. En dit dorp was nou echt een troosteloze bedoening; alles vies, maar een k..hospedaje en onvriendelijke mensen. Daar kwam nog bij dat er geen fatsoenlijk restaurant te vinden was. Maar ik had wel trek, dus dan maar naar de minst ranzige tent; het eten was maar matig en, zoals we dat in Brabant zeggen, tussen de soep en errepels door kon ik nog mooi even een wip maken met een van de serveersters. Nou deze keer maar niet. Iets geheel anders, naarmate ik meer in het Noorden van Peru kwam viel het me op dat er steeds meer afval overal neergeflikkerd wordt, vooral in de bebouwde kom. Af en toe leek het wel of ik over een vuilnisbelt fietste. Dat ligt daar dan ook nog eens in de zon te bakken en STINKT, niet normaal. Peru is echt een van de mooiste landen waar ik ooit ben geweest maar zonder twijfel het land dat het meest, nota bene door de eigen inwoners, vervuild wordt. Je ziet het overal en het lijkt de normaalste zaak van de wereld om bv je lege flesje te dumpen op het moment dat het leeg is. Ongeacht waar je bent, op het strand, in de auto of midden op straat. Er worden wel voorzichtige pogingen ondernomen om bv afval te scheiden maar dat wil nog niet echt lukken. Natuurlijk heb ik maar een klein deel van het land gezien en ik weet niet hoe het in andere delen van Peru is. Desondanks zal ik Peru en de Peruanen met pijn in het hart achter me laten. De laatste dagen heb ik de route voor de rest van mijn vakantie min of meer uitgestippeld. En ook dat belooft weer veel moois, allereerst in Ecuador, hopelijk tot dan!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bert

Actief sinds 07 Okt. 2014
Verslag gelezen: 195
Totaal aantal bezoekers 17619

Voorgaande reizen:

14 Oktober 2014 - 31 Maart 2015

Zuid Amerika op de fiets

Landen bezocht: